29 NOVEMBER 1938. 409 nadeel zal berokkenen en een nieuwe bron van werkloosheid zal beteekenen. Dit zijn geen woorden van onszelf, maar van voormannen van de R.K. Staatspartij, zegt Spr. Hij houdt staande, dat de innerlijke tegenstrijdigheid in de Regeering duidelijk tot uiting is gekomen, dat het begrootingsbeleid een averechtsche uitwerking zal hebben op de binnenland- sche conjunctuur en dat de richting- De Wilde er in ge slaagd) is, de richting- R o m m e er onder te krijgen. Dit te constateeren kan men stoken noemen, doch men kan de S.D.A.P. het recht niet ontzeggen! er een eigen opvatting op na te houden. De VOORZITTER merkt op, dat, als de heer De Jong zoo doorgaat, hij de atmosfeer hier vergiftigt. Woorden als van den heer De Jong lokken opmerkingen uit, die voor het bewaren van de goede verstandhouding in den Raad beter achterwege kunnen blijven. Het heeft bovendien geen zin hier de Regeeringspolitiek te bespreken, aangezien de Raad daarop toch geen invloed kan uitoefenen. Spr. dringt er daarom bij den heer De Jong op aan, dit gedeelte van diens repliek zoo kort mogelijk te maken. De heer DE JONG verklaart zich bereid aan het verzoek van den Voorzitter te voldoen. Hij meende de tegenwerpin gen te moeten beantwoorden, omdat zulks voor den Raad van belang kon zijn. Hij zal nu volstaan met alleen nog op te merken, dat als men spreekt van de niet-algeheele homo geniteit der Regeeringspartijen, dit ten duidelijkste is ge bleken bij het onderwijsdebat in de Tweede Kamer. Wat het plan-Westhoff betreft, zegt Spr. van meening te zijn, dat dit voor een belangrijk deel overeenkomt met de landbouwparagraaf van het Plan van den Arbeid. In laatst genoemd plan komen meer voorbeelden betreffende verdere industrialisatie voor dan; in het plan-Westhoff. Daarom kent Spr. aan het Plan van den Arbeid meer beteekenis toe voor het Nederlandsche Volk dan door den heer Van der Werf daaraan is gegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 409