29 NOVEMBER 1938. Voorts zegt Spr., dat zijn fractie zich niet heeft uitgelaten als te, zijn ontevreden over het verschaffen van werk aan werkloozen; het is alleen haar bedoeling geweest om te trachten in meerdere mate dan thans geschiedt, tot het uit voeren van productief werk te komen. Het spijt Spr., dat men blijkens gedane uitlatingen geen aandacht wil schenken aan hetgeen door Spr.'s fractie in het midden is gebracht met betrekking tot de vertegenwoor diging van haar partij in het College en diverse commissies. -ij- Als er vanuit den Raad niet meer steun komt, dan is deze aangelegenheid hiermede van de baan. Spr.'s fractie heeft met haar opmerkingen niet bedoeld tegenstellingen in den Raad te scheppen, doch vast te leggen, dat er in den grond van de zaak toch zekere tegenstellingen zijn. Er is gezegd, dat nu de Raad voor 2/3 deel uit leden van de R.K. Staats partij bestaat, de negen andere leden geen bepaalde rechten kunnen laten gelden op vertegenwoordiging in het College van Burgemeester en Wethouders. Spr. gelooft, dat, als men buiten de Zuidelijke provincies een dergelijke houding tegenover de RoomsclvKatholieken aannam, men in Katho lieken kring daarover heel sterk zijn, misnoegen zou kenbaar maken. Allerwegen wordt de opvatting gehuldigd, dat de democratie medebrengt, dat aan een belangrijke minderheid een plaats moet worden ingeruimd. De Raad kan er dan ook van verzekerd zijn, dat Spr. en zijn fractiegenooten van ge voelen blijven, dat met de bevolkingsgroep, welke zij hier vertegenwoordigen, geen rekening wordt gehouden. Het be wijs daarvoor is dezer dagen weer geleverd bij de samenstel ling van het Comité van actie voor hulp aan de buitenland- sche vluchtelingen. De heer Van M i e r 1 o mag nu zeg gen, dat het beter was geen politiek comité samen te stel len Spr. is het daarmede eens maar dan blijft toch altjijd het feit, dat daarbij een bepaalde groote bevolkings groep is uitgesloten. Spr. en zijn fractiegenooten zijn toch immers behalve sociaal-democraten ook nog de vertegen woordigers van een belangrijk deel van de bevolking. Ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 410