Tr1
414 J 29 NOVEMBER 1938.
De VOORZITTER, voortgaande, zegt, dat bij de samen
stelling van het Comité van actie voor hulp aan Joodsche
vluchtelingen alleen naar de religieuse richting is te werk
gegaan. Eïi is hier niet gesproken over beïnvloeding van de
opbrengst der collecte door het eventueel zitting nemen van
een sociaal-democraat in het Comité. Er is alleen gezegd:
„Maak er, in het belang van de vluchtelingen, geen politiek
van".
Den heer Struiken kan Spr. de verzekering geven,
dat Burgemeester en Wethouders zich zullen beijveren, de
vertrouwensmannen der burgerij in alle eenigszins belang
rijke aangelegenheden te betrekken.
De heer DE JONG is van meening, dat men de vluchte
lingen-kwestie niet uitsluitend uit een religieusen gezichts
hoek moet bezien. Als men in deze de politiek er buiten wil
houden, dan' moet men de zaak ook niet alleen van religieus
standpunt beschouwen. De Duitsche vluchtelingen immers
bestaan voor een niet onbelangrijk deel uit sociaal-demo
craten. Door nu bewust of onbewust de sociaal-democraten
van deelneming aan het Comité uit te sluiten, bevordert men
niet de opbrengst der collecte. Op die manier jaagt men on
getwijfeld een deel van de bevolking tegen zich in het harnas.
Spr. wil daarom een waarschuwend woord laten hooren.
Del sociaal-democraten zijn steeds tot loyale medewerking
bereid, als zij gekend worden. Spr. wil in dit verband ook
den heer Struiken toevoegen, dat niet alleen de sterk
ste groep de bekwaamste wethouders kan leveren.
Wat de kwestie van het verschil in uurloon tusschen Breda
en Tilburg betreft, vreest Wethouder K r o o n e dat, bij
nivelleering van dat verschil, de trainingstoeslag in het ge
drang zou komen. Het komt Spr. echter voor, dat een ver
zoek, om het uurloon hier op het zelfde niveau te brengen
als te Tilburg, gevoeglijk aan den betrokken Minister kan
worden gedaan, aangezien de werkloozen in Tilburg ook
trainingstoeslag krijgen. Spr. geeft dan ook in overweging,
een poging in die richting te doen.