L 29 NOVEMBER 1938. 4!5 Wethouder VAN MIERLO wil nog één opmerking maken oveY de samenstelling van het Comité voor de Duitsche vluchtelingen. De heer De Jong heeft er zich op be roepen, dat die vluchtelingen voor een groot deel uit sociaal-democraten bestaan. Door hierop den nadruk te leg gen, zou de actie juist verkeerd uitloopen, daar groote groe pen der bevolking wellicht dan niet tot medewerking bereid zouden worden gevonden. Bij niemand heeft de idéé voor gezeten, de sociaal-democraten uit te sluiten. Het is er slechts om te doen geweest, menschen, die in nood zijn, te helpen. Men kent dan geen Israëlieten, Sociaal-Democraten enz., doch alleen noodlijdenden. De VOORZITTER verzoekt, niet verder op deze zaak in te gaan, daar men er toch niet mede opschiet. De algemeene beschouwingen worden daarop gesloten. Burgerlijk Armbestuur. Dej heer STRUIKEN verklaart te behooren tot de leden, die bij het afdeelingsonderzoek hebben gevraagd naar het verloop van de vestiging van armlastigen in Breda. Spr. heeft zich afgevraagd, of het wel beter is, dat die menschen niet meer, zooals vroeger, eerst door het Burgerlijk Armbestuur worden gesteund. Zij worden nu direct in de Rijkssteunre geling opgenomen. Dit is voor de Gemeente voordeeliger, maar van algemeen standpunt bezien, niet juist. Het lijkt Spr. toe een algemeen belang te zijn, dat die menschen niet ineens als steuntrekker worden beschouwd, ten einde den trek naar de stad tegen te gaan. Wethouder KROONE zegt, dat het inderdaad voor de Gemeente een verlichting zou beteekenen, als er een nieuwe steunregeling in het leven werd geroepen, waarbij de arm lastigen direct in de steunregeling konden worden opge nomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 415