416 29 NOVEMBER 1938. De heer STRUIKEN zegt, dat de heer K r o o n e hem blijkbaar verkeerd begrepen heeft. De armlastigen komen in een dorp gemakkelijker weer aan den kost dan in de stad. In de stad loopen zij het gevaar steeds meer af te zakken naar een lager niveau. Het is daarom zaak den trek naar de stad zooveel mogelijk te verhinderen. Als men ziet, dat, on danks de vrij schriele wijze, waarop de bedeeling in de stad plaats heeft, de trek daarheen toch nog toeneemt, dan wordt het steeds meer. noodig daaraan paal en perk te stel len in het algemeen belang. De VOORZITTER merkt op, dat de zaak er hier zóó voor staat: Als men in de gemeente, waaruit men komt, door het Burgerlijk Armbestuur werd gesteund, dan komt men hier ook bij de door het Burgerlijk Armbestuur gesteunden; viel men daar onder de Rijkssteunregeling, dan kwam men hier vroeger eerst bij het Burgerlijk Armbestuur terecht, doch den laatsten tijd wordt men direct in de steunregeling opgenomen, met dien verstande evenwel, dat men den eer sten tijd niet meer steunj krijgt dan men in de vorige woon plaats genoot. Wethouder KRO O NE zegt, dat nog weieens te overwegen is„ of er maatregelen kunnen worden getroffen om den trek naar de stad te verminderen. De begrooting van het Burgerlijk Armbestuur wordt daarop goedgekeurd en vastgesteld. Electriciteitsbedrijf. De VOORZITTER opent de algemeene beschouwingen over deze begrooting. De heer BROOS zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Zoowel bij de behandeling van de begrooting voor 1938

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 416