29 NOVEMBER 1938. 417
als bij het afdeelingsonderzoek van de begrooting voor 1939
heb ik aan Burgemeester en Wethouders verzocht om invoe
ring van gezinstarieven voor gas, water en electriciteit te
willen overwegen. In hun antwoord op het Centraal Rap
port deelen Burgemeester en Wethouders tot mijn genoegen
mede, dat zij voornemens zijn, de invoering van gezinstarie
ven voor gas en electriciteit te bevorderen. In dat antwoord
geven Burgemeester en Wethouders geen enkel motief aan
voor hun afwijzend standpunt ten opzichte van de invoering
van gezinstarieven voor waterlevering. Zou naar het oordeel
van Burgemeester en Wethouders de invoering van gezins-
tarieven bij een hygiënisch bedrijf, waarbij voor 1939 een
winst geraamd wordt van ruim 53.000,toch nog om
financieele redenen bezwaarlijk zijn? Het zou anders juist
vuor groote gezinnen een compensatie beteekenen voor de
hooge watermeterhuur, te meer nu de gemeente Ginneken
voor haar ingezetenen een watertarief heeft ingevoerd, dat
per M3. 5 cent of 20% lager is dan het Bredasche tarief, al
zal die verlaging vermoedelijk wel niet zijn ingevoerd om
het Bredasche verzoek om grenswijziging te steunen.
Ook is het mogelijk, dat Burgemeester en Wethouders,
met het oog op het ongelijke tarief, hetwelk een gedeelte van
onzt- ingezetenen voor het water moet betalen, het verschil
riet door invoering van gezinstarieven nog hebben willen
veigrooten.
Verder is het ook mogelijk, dat Burgemeester en Wethou
ders, in verband met den ongunstigen financieelen toestand
der Gemeente, geen verdere inkomsten hebben willen prijs
geven.
Doch, hoe het ook zij, ik zou dan willen vragen daar het
elkeen wel duidelijk zal zijn, dat iemand met een groot ge
zin, doch met ruime inkomsten beter in staat is meer af te
nemen, en dus meer voordeel te genieten dan een groot ge
zin met een bescheiden inkomen of het niet mogelijk zou
zijn, die gezinstarieven te beperken tot hen, die niet in de
Rijksinkomstenbelasting zijn aangeslagen; dan zouden die