29 NOVEMBER 1938. 429
politiepersoneel verzocht, vertegenwoordigers voor het
georganiseerd overleg aan te wijzen.
De heer VAN HOUTEN vestigt de aandacht op het ver
keer in de Akkerstraat. De toestand is daar levensgevaarlijk.
Het gebeurt vaak, dat daar 's avonds 10 en meer auto's ge
parkeerd zijn. Spr. zou daaraan gaarne een einde zien ge
maakt door het uitvaardigen van een parkeerverbod.
Vervolgens zegt Spr., dat ten opzichte van het toezicht
op het nakomen van de bepalingen der Arbeidswet actief
wordt opgetreden. Toch moet dit toezicht nog scherper zijn.
Er zullen dan nog meer overtredingen aan den dag komen,
vooral bij het bakkersbedrijf. Het gebeurt vaak, dat daar
regelmatig de Arbeidswet overtreden wordt.
Ten slotte merkt Spr. op, dat zooeven door den Voorzit
ter de toezegging is gedaan, dat het georganiseerd overleg
voor het politiepersoneel binnen zeer korten tijd tot stand
zal komen. Naar aanleiding hiervan constateert Spr., dat
's Voorzitters voorganger hem en zijn fractiegenooten des
tijds bij den neus heeft genomen, aangezien hij hen bij ver
schillende gelegenheden naar het georganiseerd overleg
heeft verwezen, terwijl nu blijkt, dat er tot op heden nooit
sprake is geweest van georganiseerd overleg voor de politie.
De VOORZITTER antwoordt, dat hij den verkeerstoe-
stand in de Akkerstraat zal laten onderzoeken. Ook zal hij
aandringen op nog scherper toezicht op het nakomen van
de bepalingen der Arbeidswet.
Georganiseerd overleg voor het politiepersoneel heeft in
feite wel plaats gehad, al is het dan niet volgens een regle
ment geschied.
Volgnummer 387. Kosten van de burgerwacht.
De heer VAN HOUTEN zegt, dat het hem niet noodig
voorkomt, hier te herhalen, waarom Spr.'s fractie tegen het
instandhouden van een burgerwacht is; zulks is genoegzaam