H
430 J 29 NOVEMBER 1938.
bekend en haar standpunt in deze is niet gewijzigd. Het
verheugt Spr., dat zijn fractie tegenwoordig niet meer alleen
op dit standpunt staat. Spr. wijst in dit verband op de
artikelen-reeks van „Nederlander", onlangs in het Dagblad
van Noord-Brabant en Zeeland opgenomen. De Voorzitter
heeft in een bijeenkomst daarop geantwoord, dat hij het
niet met de daarin verkondigde opvatting eens was. Spr. kan
evenwel voor 95°/o den inhoud van die artikelen onderschrij
ven. Het is volkomen juist, dat de Burgerwacht meer en
meer een militair karakter krijgt, terwijl zij dat niet behoort
te hebben. In het Centraal Rapport wordt gezegd, dat de
Burgerwacht geen korps is, dat dient voor parades en eere-
wachten. Dit is niet door een van de leden van Spr.'s fractie
gezegd. Als de Burgerwacht alleen een economische taak
had te vervullen, dan zou er misschien met Spr.'s fractie nog
over te praten zijn; zoolang zij echter een militair karakter
draagt, zal zijn fractie tegen dezen post stemmen. Spr. stelt
voor, een bedrag van 400,van dezen post over te bren
gen naar volgnummer 409H (Kosten van den Luchtbescher
mingsdienst) en de overblijvende 900,te schrappen.
Ten slotte zegt Spr., dat in een verslag met betrekking
tot de Burgerwacht, opgenomen in het Dagblad van Noord-
Brabant en Zeeland, stond vermeld, dat door de Burger
wacht een eigen bureau voor arbeidsbemiddeling was opge
richt. Spr. vindt, dat zooiets niet te pas komt; men beschikt
daarvoor over een gemeentelijke instelling.
De heer BRANTJES zegt, dat het wel bekend kan zijn,
dat hij de Burgerwacht geen kwaad hart toedraagt. Immers,
hij heeft het altijd voor de Burgerwacht opgenomen, wanneer
deze hier door de Sociaal-Democratische fractie werd aan
gevallen. Spr. is het evenwel niet eens met het opvoeren van
het militaire karakter van de Burgerwacht. Hij geeft daarom
ernstig in overweging, het meedoen van de Burgerwacht aan
parades en eerewachten te doen beëindigen.