IM*
444 30 NOVEMBER 1938.
lijk is, contact te zoeken met de Ned. Vereeniging voor
volks- en schoolbaden.
De kwestie van de aschbakken zal bekeken worden.
Do VOORZITTER veronderstelt, dat den heer Heer
tot diens genoegen zal zijn gebleken, dat ook het College
van Burgemeester en Wethouders op de hoogte is met den
gang van zaken in het Openbaar Badhuis. Spr. kan aan het
geen door den heer K r o o n e is medegedeeld nog toevoe
gen, dat dezerzijds aan de Ned. Vereeniging voor volks- en
schoolbaden is geschreven, doch dat daarop geen antwoord
is gekomen.
De post wordt daarop goedgekeurd en
vastgesteld.
Volgnummer 26f en g. Rente en aflossing van een onder
hypothecair verband verstrekte geldleening aan de N.V.
Sportfondsenbad „Breda" te Breda.
De heer HEER zegt, dat als bekend mag worden veron
dersteld, dat het Sportfondsenbad een zorgenkind is. Ver
wacht mag worden, dat het verlies over 1938 zal blijven
beneden dat van 1937. De toestand is dus iets gunstiger of,
beter gezegd, iets minder ongunstig geworden. In elk geval
kan men veilig aannemen, dat er van rente en aflossing wel
nooit iets zal komen. Spr. wijst in dit verband op het voor
beeld van de veemarkt. Hij dringt er op aan, de zaak niet
zoo lang slepende te houden en zoo spoedig mogelijk van
gemeentewege maatregelen te beramen om te komen tot een
gunstige oplossing.
De oorzaken van den slechten gang van zaken bij het
Sportfondsenbad zijn hoofdzakelijk: te weinig bezoek en te
weinig spaarders. Om dit te ondervangen kunnen maatre
gelen onder het oog worden gezien.
Een van de voornaamste redenen van het geringe bezoek
is het verbod van het gemengd zwemmen. Gezien de rancune-