450 30 NOVEMBER 1938. Wanneer men weet, dat, door het plaatsen van kruismuren in een gedeelte van een fabrieksgebouw, daar woningen zijn ontstaan, dan kan het niet anders, of die woningen kunnen niet aan de bepalingen van bewoonbaarheid voldoen. Al heeft men nu, volgens mededeelingen, daar den laat- sten tijd veranderingen en zooals men ze noemt verbeterin gen aangebracht, behoorlijk licht en lucht kan in zulke wo ningen niet voldoende binnen komen, om van andere grieven nog niet te spreken, want, als ik goed ben ingelicht, is er ook nog geen behoorlijk drinkwater aanwezig. Ik hoop echter, Mijnheer de Voorzitter, dat U Bouw- en Woningtoezicht opdracht zult geven, om naar den toestand van deze woningen een grondig onderzoek te doen instellen en dat ^rj^aan de hand van dit rapport, dat zich niet anders kan uitspreken dan voor onbewoonbaar verklaring, aan den Inspecteur der Volksgezondheid zult adviseeren tot oprui ming van deze krotwoningen. Wat de circulaire van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 23 Juni 1938, no. 5462 „Afd. Volkshuisvesting", betreft, ben ik er van overtuigd, dat het College zijn volle medewerking zal verleenen, wanneer er zich van particuliere zijde gegadigden! aanmelden, die willen medewerken tot ver betering van den woningtoestand, genoemd in deze circulaire. In het antwoord van Burgemeester en Wethouders op het Centraal Rapport wordt gezegd, dat de in die circulaire in uitzicht gestelde nadere mededeelingen tot dusver niet zijn ontvangen, zoodat eerst dient te worden afgewacht in welke richting de Regeering dit vraagstuk denkt op te lossen. Een aansluiting op de voorgenoemde circulaire zal nu wel door het College zijn ontvangen, daar zij omstreeks half November voorkwam in de dagbladpers. Ik zal deze circulaire en de daarin voorkomende voor waarden hier in zijn geheel nu niet voorlezen; de inhoud hiervan zal bij het Cjbllege wel bekend zijn. Een zeker ge deelte, voorkomende/ in het begin van deze circulaire, wil ik echter wel eyen aanhalen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 450