//k 30 NOVEMBER 1938. 451 Hier zegt de Minister woordelijk: „Het heeft de aandacht „getrokken, dat in den lande vele ook kleinere wonin- „gen, doordat zij niet ten volle aan eischen van bewoonbaar heid voldoen, geen huurders vinden. „Aangezien er nog steeds vraag is naar behoorlijke arbei derswoningen, waarvan de huur niet te hoog is, is het een „eisch van goed woningbeleid, dat de hiervoren bedoelde „woningen, die, hoewel niet voor onbewoonbaarverklaring in „aanmerking komende, niet in trek zijn, met meer succes in „de woningmarkt worden gebracht." En daat gaat het nu juist om, Mijnheer de Voorzitter, ge zinnen met beperkt inkomen, die niet in staat zijn de huur van een voor zulk gezin voldoende ruime woning te betalen. Ik hoop, Mijnheer de Voorzitter, dat het College van deze circulaire goede nota zal nemen en met uitvoering daarvan niet lang zal wachten. Zij heeft een tweedeelig doel, namelijk het helpen van groote gezinnen aan behoorlijke woningen en uitbreiding van werkzaamheden in het bouwbedrijf in dezen tijd van werk loosheid. Met voldoening lees ik ook in het antwoord van Burgemees ter en Wethouders op het Centraal Rapport: „Thans zijn „plannen in voorbereiding om tot den bouw van een aantal „arbeiderswoningen te komen; woningen met een huurwaar- „de van ten hoogste 3,per week zouden een zoodanige „lastenvermeerdering voor de gemeente met zich brengen, „dat daaraan voorloopig niet kan worden gedacht." Ik hoop echter, Mijnheer de Voorzitter, dat daarmede toch zooveel mogelijk bij het bepalen der huur rekening zal worden gehouden, daar verschillende ingezetenen, met hun bescheiden inkomsten, zoowel zij, die gelukkig nog werk hebben, als zij, die van steunbedragen en werkverschaffings- loonen moeten leven, geen hoogere huur kunnen betalen. Ik heb wel zooveel vertrouwen in het College, dat het hieraan zijn volle medewerking zal verleenen en met alle

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 451