458 j 30 NOVEMBER 1938.
De heer SPOELDER wil de aandacht van het College
vestigen op het achterste gedeelte van de Marathonstraat,
waar het gras tusschen de tegels van het trottoir groeit. Spr.
verzoekt tevens afsluiting van het stuk land, dat langs dit
straatgedeelte is gelegen en dat thans door de kinderen uit
de buurt als speelterrein wordt gebruikt.
De heer COHEN merkt op, dat naast het perceel Leur-
schestraat no. 44 een open terrein ligt, waarop puin en vuil
wordt gestort, zoodat het een mestvaalt gelijkt. Dit is niet
aangenaam voor de omwonenden. Spr. vraagt, of dit open
terrein niet bebouwd kan worden. Is de Gemeente soms te
duur met dien grond?
De heer KAMPHUIS dringt aan op verbetering van het
fietspad in de Spoorstraat. In het bijzonder verzoekt Spr.
de kuilen bij de A.T.O.-garage te dichten.
De heer STRUIKEN wijst op den gevaarlijken toestand
bij het Diaconessenhuis;' de rijweg is daar zeer smal, zoodat
er geen ruimte is om te parkeeren. Spr. geeft daarom in
overweging, van het gazon ter plaatse een gedeelte af te
nemen en dit in te richten als parkeerterrein.
De heer KOOIJMAN wil evenals in de Spoorstraat
aan den Stationsweg een fietspad maken nu de tramrails
daar zijn opgebroken. Jammer genoeg zal er niet aan beide
zijden van den rijweg een fietspad kunnen komen, doch
Spr. zou al tevreden zijn met een zoodanig pad aan één zijde.
De heer VAN DER VEN merkt op, dat in de Memorie
van Antwoord de verwachting wordt uitgesproken, dat de
„doorbraak" met de Ceintuurlaan het verkeer door de Van
Bergenstraat zoodanig zal ontlasten, dat het aanbrengen van
nieuwe bestrating aldaar onnoodig voorkomt. Spr. ziet niet
in, dat dit zoo gauw zal gebeuren; hij blijft daarom aandrin
gen op verbetering van de Van Bergenstraat en het rooien
van de daar staande boomen.