30 NOVEMBER 1938. 461 Antwoord staat, dat er meer banken in het Burgemeester Van Sonsbeeckpark en het Brabantpark zullen worden ge plaatst, wanneer het bezoek vermeerdert. Is dat niet het paard achter den wagen spannen, vraagt Spr. De heer MEIJVIS spreekt, in verband met de in de Me morie van Antwoord gedane toezegging, de hoop uit, dat er spoedig meer banken in het Burgemeester Van Sonsbeeck park zullen komen. Naar aanleiding van de in die Memorie voorkomende opmerking, dat, doordat de vijver van het Burgemeester Van Sonsbeeckpark stroomcnd water heeft, afkomstig van de Zaanmark, de hierin te plaatsen siervisch even snel zou verdwijnen als zij erin geplaatst wordt en in de Mark zou terecht komen, wijst Spr. er op, dat, hoewel de situatie in het Wilhelminapark dezelfde is, de visch daar toch ook niet uit den vijver verdwijnt. Spr. bepleit daarom nogmaals het uitzetten van siervisch in den vijver van het Burgemeester Van Sonsbeeckpark. Vervolgens zegt Spr. het zeer te betreuren, dat Burgemees ter en Wethouders zoo afwijzend staan tegenover zijn ver zoek om het jaarlijkseh visehconcours van de Baroniesche Hengelaarsvereeniging in den vijver van het Wilhelminapark te mogen houden. Burgemeester cn Wethouders beroepen zich daarbij op eventueele beschadiging van het gazon. Bij ijsvermaak op den vijver worden de taluds echter toch ook betreden. Bovendien duurt het concours maar één uur. Spr. dringt er ten sterkste op aan, desnoods voor één jaar een proef te nemen met het houden van het concours aldaar. De heer STRUIKEN wil het verzoek van den heer Meijvis ondersteunen; het lijkt hem niet zoo bezwaarlijk het concours daar te laten houden. De VOORZITTER zegt, dat het weinig zin heeft banken in de beide parken te plaatsen, zoolang zij nog weinig be zocht worden. In het a.s. voorjaar zullen er in het Brabant-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 461