464 W
30 NOVEMBER 1938.
De post wordt hierop goedgekeurd en
vastgesteld.
Volgnummer 464. Onderhoud van pompen en riolen.
De heer MEI.TVIS begrijpt niet, waarom het College zoo
zeer is gekant tegen het aanbrengen van enkele standpijpen
voor menschen en dieren in de stad. De toestand is van
dien aard, dat er vaak ingezonden stukken over deze kwestie
in de dagbladen staan. De behoefte aan drinkwater doet zich,
zoowel voor mensch als voor dier, vooral gevoelen aan den
rand van het Mastbosch. Het komt daar herhaaldelijk voor,
dat bij de omwonenden wordt aangebeld om drinkwater te
vragen. Het aanbrengen van een enkele standpijp ter plaatse
zal geen groote kosten met zich brengen. Spr. dringt er dan
ook op aan, dit alsnog te doen.
De VOORZITTER wijst er den heer Me ij vis op, dat
de gemeente Breda in de omgeving van het Mastbosch geen
waterleidingbuizen heeft liggen. Deze buurt behoort gedeel
telijk tot het concessiegebied van Ginncken, gedeeltelijk tot
dat van de Waterleiding-Maatschappij „Noordwest-Brabant".
Het verzoek van den heer M e ij v i s ware wellicht te stel
len in handen van de Vereeniging „Breda Vooruit" of „Gin-
neken Vooruit". Ook zou het kunnen worden overgebracht
aan de Waterleiding-Maatschappij „Noordwest-Brabant".
De post wordt hierop goedgekeurd en
vastgesteld.
Volgnummer 468. Kosten van de algemeene begraafplaats.
De heer HEER verwondert er zich over, dat Burgemees
ter en Wethouders een nieuw plan voor den aanleg van een
algemeene begraafplaats overwegen, daar in de raadsverga
dering van 10 Juni j.l. van de zijde van Burgemeester en
Wethouders was medegedeeld, dat met de bestaande bijzon
dere begraafplaatsen een regeling zou worden getroffen om