Ut
30 NOVEMBER 1938
✓«"- 467
61, een van 62, een van 64, een van 65, een van 66, zelfs
een klas van 70.
Met belangstelling heb ik de artikelen van Mr.
Struycken over „Onderwijs naar het verstandelijk ver
mogen der kinderen" gevolgd. Practisch kan men al veel
bereiken door verlaging der leerlingenschaal. Er kan dan
reeds veel meer aandacht aan het persoonlijk element ge
schonken worden. Individueel contact kan tot gevolg heb
ben: betere ontwikkeling van de goede leerlingen.
Men zou op het standpunt kunnen staan, dat verlaging
der leerlingenschaal noodzakelijk is, doch dat de Rijksfinan
ciën het niet toelaten. Ik sluit mij echter aan bij het R.K.
Dagblad „De Morgen", dat zegt. „Ons hoogste goed is niet
een sluitend budget, maar onze volkskracht".
Nu zeggen sommigen: Dc gemeente heeft niet de bevoegd
heid hierover te oordeelen. Ik sta op het standpunt, dat wij
dit wèl kunnen beoordeelen aan de hand van wat wij om ons
heen zien gebeuren. Wij behoeven niets anders te doen dan
de algemeen levende klacht te steunen.
Anderen zeggen: Och, wat helpt het als Breda adres
seert? Dezen verwijs ik naar de brochure „Er dreigt gevaar!",
uitgegeven door de verschillende onderwijzersbonden en de
Vereeniging van hoofden van scholen in Nederland, waarin
wordt gezegd: „Hier ligt een taak voor Gemeente- en School-
„besturen, maar vooral ook voor de ouders, voor alle ouders,
„want het welzijn van hun kinderen staat op het spel. Om
„ons te helpen de zoo noodige verbeteringen spoedig te
„bereiken, kunnen zij zich uitspreken op vergaderingen en
„in de pers".
Zeker, wij kunnen evenals Pilatus onze handen in onschuld
wasschen en de schuld heelemaal afwentelen op de Regee
ring, maar wij kunnen ons ook aansluiten bij de groote
groep, die pressie op de Regeering uitoefent.
Toen in December 1937, bij de behandeling van de Rijks-
begrooting, het R.K. Kamerlid S u r i n g de schuld voor
de slechte onderwijs-toestanden uitsluitend afwentelde op