468 30 NOVEMBER 1938.
Minister Slotemaker de Bruine, antwoordde Mr.
Oud daarop: „Het heeft mij gehinderd, dat de heer
„S u r i n g zich in zijn rede zoo tegen dezen Minister ge-
„richt heeft. Onderwijsbezuiniging is kabinetspolitiek ge-
„weest. De heer S u r i n g zegt, dat de Minister krachtiger
„had moeten optreden in den Ministerraad. Dat beteekent,
„dat hij de kabinetspolitiek had moeten wijzigen. Maar
„hadden de vier Katholieke Ministers die politiek dan niet
„ook moeten wijzigen?"
Wat mij hier opvalt is, dat een R.K. Kamerlid gekapitteld
wordt, omdat dit lid in de Regeering geen eenheid zag; het
zelfde verwijt, dat gisteren in dezen Raad een sociaal
democraat door R.K. raadsleden hoogst kwalijk werd geno
men. Men zag in de Staten-Generaal wel in, dat de toestand
ernstig was, maar niet zóó ernstig, dat men er iets aan mocht
wagen. Wèl had men natuurlijk gehoord van de betooging
der onderwijzersorganisaties, waaronder ook het R.K. On
derwijzersbond en de Unie van Christelijke Onderwijzers
en Onderwijzeressen, maar tot een massale betooging was
het niet gekomen.
En nu vraag ik U: Zijt Gij van meening, dat het onder
wijsbeleid der Regeering goed is, stem dan tegen een voor
stel om bij de Regeering aan te dringen op verbetering van
de leerlingenschaal. Zijt Gij evenwel van meening, dat het
onderwijsbeleid dringend verandering behoeft, dan hebt Gij
tot plicht Uw meening aan de Regeering kenbaar te maken.
Hoe meer stemmen hierover opgaan, hoe harder de Regee
ring zich zal bezinnen. De stem van de S.D.A.P. heeft in
deze weinig beteekenis; juist degenen, die mede verantwoor
delijk zijn voor het totstandkomen van deze Regeering,
moeten hun stem doen hooren om haar te doen weten, dat
zij een weg bewandelt, die niet in overeenstemming is met
hetgeen door hen bedoeld werd.
"T"
Wethouder VAN MIERLO zegt, dat de kwestie van de
leerlingenschaal hier niet voor den eersten keer wordt be-