1/ 490 30 NOVEMBER 1938. behooren kan uitvoeren. Het gevolg is, dat de arbeider na een of enkele dagen pijn krijgt in armen en beenen, naar het Steunbureau gaat, vandaar naar de Ziekenkas, die hem ongetroost weer terug zendt, dan naar den gemeente-arts, die al of niet een verklaring afgeeft van ongeschiktheid en, ten slotte, indien hij het enkele dagen heeft uitgehouden, een uiterst miniem dagloon. Mijnheer de Voorzitter. Alle begin is moeilijk en ik besef volkomen, dat Uw College niet alles in een handomdraaien ten goede kan regelen en bepalen, maar ik meende toch niet te mogen nalaten, dit onder Uw aandacht te brengen. Voor menschen, die reeds geruimen tijd werkloos zijn, is hertraining noodig, want het is duidelijk, dat zij den zwaren grondarbeid niet 8 uren per dag kunnen volhouden. Mij dunkt, dat ten aanzien van de oudere werkloozen te overwegen ware, deze eerst medisch te laten onderzoeken en den medisch adviseur te doen beslissen voor welke werkzaamheden de onderzochte geschikt is te achten. Voor die oudere arbeiders zou dan, indien zij voor de werkver schaffing geschikt worden bevonden, zoo mogelijk de rege ling dienen te worden getroffen, dat zij in Breda of althans de naaste omgeving tewerkgesteld behooren te worden. Immers de oudere arbeider zal in zwaren grond, zooals klei, nimmer een behoorlijk loon kunnen verdienen, terwijl het zeer goed mogelijk is, dat hij goed bruikbaar is voor werken als bijv. het schoonmaken van de singels. Doch ook ten aanzien van de jongeren dient m.i. selectie te worden toegepast. Ook zij dienen medisch te worden on derzocht, zooals reeds in meerdere gemeenten gebruike lijk is. Ik weet wel, dat dit alles weer tijd, moeite en kosten met zich zal brengen, maar dit mag m.i. toch geen reden zijn, te blijven doorgaan met de arbeiders, geschikt of ongeschikt, naar alle voorkomende werkverschaffingsobjecten te zenden. Ik ben ervan overtuigd, dat een dergelijke regeling een gun-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 490