H
30 NOVEMBER 1938.
493
ook hier een uurloon van 35 cent wordt gegeven. Spr.
vraagt Burgemeester en Wethouders, of zij dit denkbeeld
kunnen overnemen, zoo niet, dan acht Spr. zich genoodzaakt
er een voorstel van te maken.
Voorts acht Spr. het wenschelijk ook de jongeren in te
schakelen in het arbeidsproces. Een middel daartoe zou
zijn te bepalen, dat bij alle werken van beteekenis een ze
ker getal jongeren, bijv. 15°/o, moet worden gebezigd. Op die
manier zou het mogelijk zijn, ook hen een kans te geven.
Een volgend vraagstuk, dat Spr.. ter tafel wenscht te bren
gen, is dat der wachttijden. Men weet, dat degenen, die uit
getrokken zijn van hun werkloozenkas, eenige wachtdagen
moeten doormaken voordat zij in de steunregeling worden
opgenomen. Het is echter volkomen willekeurig, hoe lang die
wachttijden moeten zijn. Is dit al heel moeilijk voor hen,
die uitgetrokken zijn, nog veel erger is het voor degenen die
uit de werkverschaffing komen. Aangezien dan méér ver
diend is, wordt het loon omgerekend naar de steunnormen
en zoo kan het voorkomen, dat een wachttijd van wel 14
dagen moet worden doorgemaakt. Men kan begrijpen, wat
dat zeggen wil voor een arbeidersgezin, waar tegenwoordig
meestal öf iemand werkloos is of eenig familielid gesteund
moet worden. De wachttijden maken, dat de toch al zoo
hard getroffen gezinnen der werkloozcn volkomen verarmen.
Het is Spr. bekend, dat verschillende gemeentebesturen zich
reeds tot den Minister hebben gewend met het verzoek, de
wachttijden te mogen laten vervallen, en Spr. zou het Col
lege van Burgemeester en Wethouders willen verzoeken, ook
een dergelijk verzoek te doen uitgaan.
De opzet van de werkverschaffingen is, de menschen in
de gelegenheid te stellen iets méér te verdienen, dan zij bij
de steun kunnen krijgen. Dat de werklooze arbeiders er
inderdaad prijs op stellen, in de werkverschaffing geplaatst
te worden, wordt bewezen door het feit, dat zich voor de
werkverschaffingen in Drente een getal van 200 vrijwilligers
aanmeldde. De menschen willen dus wel gaarne werken.