30 NOVEMBER 1938. 495 Vóór alles moeten deze zaken behoorlijk voor de menschen geregeld worden. Een menschwaardige behandeling is toch waarlijk niet te veel gevraagd. De loonen zijn zoo slecht, dat vrijwel niemand aan zijn steunbedrag kan komen. Dit komt natuurlijk in hoofdzaak, doordat de meesten van de arbeiders nimmer zulk zwaar grondwerk hebben verricht en dus niet voldoende getraind zijn. Reeds in de eerste week van de werkverschaffing te Waspik kwamen menschen bij Spr. met klachten, en met de mededeeling, dat zij, als het niet gauw verbeterde, in sta king zouden gaan. Spr. heeft deze menschen terstond gead viseerd, zich daaraan niet te wagen, aangezien het voor hen slechts vergrooting der moeilijkheden zou beteekenen, om dat zij dan zeker van werkverschaffing zouden worden uit gesloten, Nader vernam Spr. dat enkele arbeiders uit bui tengemeenten toch op Donderdag hadden gestaakt en zich naar den Burgemeester hadden begeven om te klagen. Vrij dags zijn zij echter weer aan het werk gegaan. Dit is niet de juiste weg. Bij klachten behooren de arbeiders zich te wenden tot hun organisatie, die dan in de Contactcommis sie kan trachten, de grieven uit den weg te ruimen. Spr. acht het noodig in het openbaar deze woorden te spreken, niet tot den Raad, maar tot de betreffende werkloozen. Wat Sprang-Capelle betreft, is alles wèl organisatorisch behandeld; daardoor zijn al meerdere misstanden verbeterd. Om aan te tocnen, dat de loonen, verdiend in werkver schaffing, zeer laag zijn, in elk geval lager dan de steunbe dragen, heeft Spr. naar deze vergadering medegenomen een aantal loonzakjes, welke heden aan de arbeiders van Sprang-Capelle zijn uitgereikt. Ter toelichting daarop diene, dat de daar te werk gestelden eerst een paar laarzen moes ten aanschaffen ter waarde van 4,welk bedrag in ter mijnen van 0,40 per week wordt ingehouden. Na aftrek van dit bedrag, doch met inbegrip van alle toeslagen, heb ben vijf van zes menschen in een tijdvak van drie dagen een loon verdiend van 3,32, terwijl hun steunbedragen over

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 495