te -* 30 NOVEMBER 1938. 501 een vloer wordt gelegd, hetgeen alsnog door den Hoofdop zichter zal worden nagegaan. Het blijkt echter heel moeilijk, dergelijke veranderingen aangebracht te krijgen, aangezien de opzichters zeer strenge instructies hebben, waarvan zij eigenmachtig niet mogen afwijken. Daardoor is ook te verklaren, dat den man, die van de loopplank was gevallen, eenige uren loon werd ingehouden. Een feit, dat Spr. persoonlijk ook zeer onbillijk noemt. Het is te begrijpen, dat de arbeiders onder zulke omstandigheden de ambitie voor het werk snel verliezen. De heer M e ij v i s heeft over het onvoldoende vóór- overleg gesproken. Ook dit is een zaak, die gemakkelijker achteraf te becritiseeren is dan vóóraf te regelen. Bij het vooroverleg terzake van de loonen werd b.v. gezegd, dat de tarieven voldoende hoog waren om de arbeiders in staat te stellen minstens hun steunbedrag te verdienen. Spr. is ervan overtuigd, dat de Regeering de gesignaleerde mistoestanden geenszins wenscht. Het ligt meestal aan de werkleiding. Deze vergelijkt de prestaties van de eene ploeg met die van de andere. Blijkt daarbij, dat eenige ploeg wèl een behoorlijk weekloon kan behalen, dan zegt men, dat een andere dat dus ook moet kunnen. Dit is echter alleen dan waar, als de ploegen van gelijke sterkte zijn, hetgeen uiter aard nimmer volkomen het geval is. Ook de Ned. Heide-Maatschappij streeft ernaar, de werkverschaffing zoo humaan mogelijk uit te voeren. Over het naar huis sturen van arbeiders, die naar de werkverschaffing te Dorst waren gezonden, is Spr. niets be kend. Hij zegt toe, daarnaar te zullen informeeren. De door den heer Van Houten gevraagde schrifte lijke instructie voor de arbeiders in werkverschaffing is reeds gereedgemaakt en zal dezer dagen worden uitgereikt. De kwestie van den wachttijd is niet zoo gemakkelijk op te lossen. Vroeger paste Breda geen wachttijd toe. Bij een door ambtenaren van het Departement ingestelde controle

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 501