502 30 NOVEMBER 1938.
bleek dit den Minister, die toen het gemeentebestuur mede
deelde, dat alle subsidies zouden worden ingetrokken, indien
de gemeente de wachttijdregeling niet stipt in toepassing
bracht. Spr. heeft toen wederom een bespreking gehad op
het Departement, waarin hij gelegenheid vond erop te wijzen,
dat deze wachttijdregeling aanleiding gaf tot groote onbil
lijkheden. Men kon echter ten deze geen andere concessie
doen dan de reeds gepasseerde gevallen te laten, zooals ze
zijn en voor het vervolg volledige toepassing der regeling te
eischen, zulks ter wille van de consequenties voor andere
gemeenten. Er blijkt dus wel uit ,dat er niet aan te ontkomen
is. Nadien heeft Spr. alle gevallen van wachttijd persoonlijk
bekeken en getracht, hierin zoo billijk mogelijk te zijn. Hoe
ongaarne ook, de regeling moet worden toegepast. Ten
einde zoo eerlijk mogelijk te zijn, is er een lijst aangelegd,
waarop alle gevallen met de daarbij behoorende bijzonder
heden worden genoteerd.
De heer Van Houten heeft voorts gevraagd, of het
niet mogelijk is, het werkverschaffingsuurloon bepaald te
krijgen op 35 cent. Men weet, dat het land verdeeld is in
verschillende klassen voor wat betreft de loonen en salaris
sen van het overheidspersoneel. In die regeling is Breda in
gedeeld in de 2e klasse en Tilburg in de le klasse. Dit moge
ten onrechte zijn; er is op het oogenblik niets aan te ver
anderen. Daarop is ook het verschil in uurloon gebaseerd.
Spr. heeft in verschillende besprekingen reeds verbetering
van het loon gevraagd, echter steeds zonder resultaat. Wèl
is bereikt, dat de trainingstoeslag niet alleen wordt gegeven
aan arbeiders, die de laatste twee jaar niet meer hebben ge-
wferkt* doch aan alle Bredasche arbeiders. Ondanks alles
zegt Spr. toe, de kwestie van de loonen nogmaals in Den
Haag met de daarvoor in aanmerking komende instanties te
zullen gaan bespreken.
Het toekennen van mancogelden is reeds eerder aan het
College gevraagd. Het College is ervan overtuigd, dat het