30 NOVEMBER 1938. 503 werk, hier gepresteerd door de verschillende functionaris sen van de vakorganisaties, ook voor de gemeente van be- teekenis is. Dit werk is echter op eigen verzoek aan de or ganisaties overgedragen en als deze het niet meer willen of kunnen doen, zal de gemeente het werk onmiddellijk over nemen. Voor het toekennen van een geldelijke vergoeding acht het College geen goeden grond aanwezig. Het opnemen van jongeren in het bedrijfsleven is een zaak, die het College gaarne in studie zal nemen. Resumeerende, zegt Spr., er zeker van te zijn, dat het College van Burgemeester en Wethouders bereid is en blijft, alles te doen wat in zijn vermogen is om de werkloozen zoo goed mogelijk door dezen moeilijken tijd heen te helpen. Zonder den prikkel voor de arbeiders tot het bereiken van een hooger loon weg te nemen, zal het College niet rusten, alvorens bereikt is, dat ieder in de werkverschaffing bij be hoorlijk werken een loon kan behalen, dat minstens zoo groot is als het steunbedrag. De heer VAN HOUTEN wenscht nogmaals een poging te doen, de vakorganisaties in het genot te stellen van manco- gelden. De gronden daarvoor heeft Spr. reeds uiteengezet en de Wethouder heeft toegegeven, dat het werk van de organisaties den betrokken dienst zeer ontlast. Spr. wil dan ook nogmaals het College in overweging geven, het toeken nen van mancogelden te bevorderen. Elet was Spr. bekend, dat voor de loonregeling van het overheidspersoneel de gemeenten in klassen zijn ingedeeld. Spr. betwijfelt echter, of deze indeeling van invloed is op de hoogte der werkverschaffingsloonen. ïn Tilburg n.l. een gemeente, die altijd al in de eerste klasse ingedeeld is ge weest is het uurloon ongeveer drie maanden geleden van 33 op 35 cent gebracht. Als dit mogelijk is in het dorp Til burg, dan moet het toch ook mogelijk zijn in de stad Breda. Spr. dringt er bij het College op aan, een poging tot verhoo ging der loonen te wagen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1938 | | pagina 503