510
30 NOVEMBER 1938.
Spr. mag dus wel zeggen, dat allen aan het samenstellen der
begrooting hebben medegewerkt.
De wijze, waarop deze begrooting behandeld is, doet Spr.
zeer sympathiek aan. Zeker, er was critiek, maar de Raad
heeft alles zeer zakelijk besproken en de goede verstandhou
ding daardoor ten zeerste bevorderd. Dit verheugt Spr.i Hier
is daarom een woord van dank op zijn plaats, in de eerste
plaats aan de heeren Wethouders en de Raadsleden, en
voorts aan de heeren Directeuren en Hoofden van bedrijven
en diensten, aan den Secretaris, de ambtenaren ter Secre
tarie, waarvan vooral het 5e Bureau en de heer De H i n g h
genoemd mogen worden, alsmede aan de heeren verslag
gevers en de pers, en voorts aan allen, die op eenigerlei wijze
aan het totstandkomen der begrooting hebben medegewerkt.
Wij leven in een slechten tijd, welke vooral zwaar drukt
op degenen, die niets bezitten. Het gemeentebestuur is in
vele gevallen afhankelijk van de bepalingen, welke van
hoogerhand worden voorgeschreven. Wij zijn er echter van
overtuigd, aldus Spr., dat alleen bij eendrachtig samenwer
ken iets kan worden bereikt.
Laaf ons hopen, dat, met de onmisbare hulp van den
Allerhoogste, in Wien de meesten onzer toch gelooven, de
toestand spoedig moge verbeteren.
De heer LOONEN kan niet nalaten, mede namens den
Raad, den Voorzitter hartelijk dank te brengen voor de
prettige en toch zakelijke wijze, waarop deze de begroo-
tingsvergadering heeft geleid. Het is metterdaad gebleken,
dat de Voorzitter zich in de Bredasche toestanden en belan
gen volledig heeft weten in te werken.
Spr. wenscht hem dan ook gaarne de kracht toe, nog vele
jaren onze goede stad met Gods hulp te kunnen leiden naar
een betere toekomst.
Thans stelt de VOORZITTER aan de orde de behandeling
van punt 9 der agenda, hetwelk in de vergadering van 29
November j.l. is aangehouden.