I IA
76 3 MAART 1938.
37. Voorstel van B. en W., tot het opnieuw vaststellen
van een besluit in zake het aangaan van kasgeldleeningen
voor 1938 (Bijlagen 1938, no. 36).
De heer MEYS merkt op, dat er indertijd een groote
verhooging van kasgelden is gevraagd. Nu kan Spr. vol
komen begrijpen, dat er neiging bestaat veel kasgeld op
te nemen, gezien den lagen rente-standaard, maar er zul
len bedragen bij zijn, welke voor langen tijd noodig zijn
en voor consolidatie in aanmerking komen. Wil men later
daartoe overgaan, dan zal dit z.i. alleen tegen een hoogere
rente kunnen geschieden, daar de rente-standaard thans
zoo laag is als men sinds menschenheugenis niet gekend
heeft. Spr. zou daarom in overweging willen geven, die
bedragen thans reeds te consolideeren.
De VOORZITTER antwoordt, dat B. en W. het geheel
met de zienswijze van den heer Meijs eens zijn, doch er
zijn zeer weinig bedragen bij, die voor consolidatie in aan
merking komen. Het is derhalve niet de moeite waard,
daartoe reeds thans over te gaan.
Zonder verdere bedenkingen wordt daarop
conform het voorstel van B. en W. besloten.
38. Voorstel van B. en W., tot verhooging van het
maximum subsidiebedrag, toegekend aan de R.K. Ver-
eeniging „Het Wit-Gele Kruis", afdeeling Breda, ter zake
van verpleegkundige hulp aan armlastige kraamvrouwen
(Bijlagen 1938, no. 5).
Niemand der leden hiertegen eenige beden
king hebbende, wordt dienovereenkomstig
besloten.