25 APRIL 1940.
143
In bijlage no. 59 staat o.m. dat de door de gemeente
afgestane grond zal worden bebouwd met een groot
convent, dat, voldoende aan bepaalde eischen van welstand,
een aanwinst zal zijn voor de omgeving en een rustige
overgang van het St. Ignatius-ziekenhuis naar het Brabant
park waarborgt.
Mijnheer de Voorzitter, de gevel van het St. Ignatius-
ziekenhuis is zeer mooi. Ik zou U willen verzoeken toe
te zien, dat ook het nieuw op te richten klooster een
mooi gebouw wordt, want al voldoet het aan zekere
eischen van welstand, kan het toch leelijk zijn. Ik heb
niet bepaald het meeste vertrouwen op dit gebied in de
bouwkundige adviseurs van het bestuur van het St. Ignatius-
ziekenhuis ik weet niet wie dit zijn en dat doet er ook
niet toe, gezien het zeer leelijke St. Rochus-paviljoen.
Ook heb ik eenig bezwaar tegen den getaxeerden prijs
van de terreinen aan St. Ignatiusstraat en Bastionstraat,
die volgens Uw schrijven niet moeilijk te verkoopen
zouden zijn. Hierin ben ik echter zoo vrij met U van
meening te verschillen. Ik denk juist, dat door den bouw
van het St. Rochus-paviljoen deze gronden vrijwel onver
koopbaar zijn als bouwterrein. Wie zal een huis gaan
bouwen vlak tegenover een gebouw, waarin lijders aan
besmettelijke ziekten worden verpleegd Indertijd hebben
de bewoners van St. Ignatius- en Loopschansstraat juist
met het oog op dit bezwaar verzocht aan Burgemeester
en Wethouders, te bevorderen, dat dit gebouw dieper op
het terrein zou worden geplaatst. Ook heb ik met nog een
bewoner van de St. Ignatiusstraat, in verband met even-
tueele besmetting, een onderhoud met den Directeur van
den Geneeskundigen Dienst gehad, die evenwel beweerde,
dat dit uitgesloten was, omdat er geen insecten in het
gebouw konden komen en als er eens een in kwam, deze
er niet levend uitkwam. Ik zou U echter willen vragen,
wat er van deze bewering overblijft, als men ziet, dat bij
warm weer de deuren van het paviljoen wagenwijd open-