152 25 APRIL 1940. faciliteiten, zooals lage rente, bijdrage a fonds perdu, komt men bij deze woningen nog tot een huurprijs van f 4,50. Dit is zoo voordeelig mogelijk. Gaat men de woningen grooter maken, dan moet de huurprijs omhoog, want de Minister stelt den eisch, dat de kosten gedekt worden. De voorgestelde woningen voldoen aan dien eisch. De heer VAN DER WERF zegt, dat, als hij het goed begrepen heeft, de te bouwen woningen nog niet voldoen aan de bepalingen der Bouwverordening. Spr. vraagt zich af, of het dan wel juist is, al een aanbesteding te houden. De meerderheid der Bouwcommissie heeft namelijk bezwaren tegen de voorgestelde wijziging der Bouwverordening, vooral tegen de voorgestelde hoogte der slaapkamers. Spr. vindt het onder die omstandigheden niet gewenscht, dit plan nu reeds aan te nemen. De VOORZITTER antwoordt, dat men toch tot de voorgestelde hoogte zal moeten komen, daar anders de kosten der woningen hooger zullen worden en dienten gevolge ook de huren. Wat de laatste betreft, is men met een prijs van f4,50 toch al aan de uiterste grens gekomen. Wacht men nog langer met de aanbesteding, dan zijn de materialen inmiddels weer duurder geworden. Laat men deze woningen nu nemen, zegt Spr.; zij zijn het uiteindelijk resultaat van langdurig overleg tusschen het Departement van Binnenlandsche Zaken en den Inspecteur van de Volksgezondheid eenerzijds en de Gemeente anderzijds. Wanneer de Bouwcommissie echter vindt, dat de voorge stelde slaapkamerhoogte niet toelaatbaar is, dan zal men van dit plan moeten afzien. De heer ELICH oppert het denkbeeld een tweeledige aanbesteding te houden, n.l. een met de thans voorge schreven hoogte der slaapvertrekken (2.70 M) en een met de voorgestelde hoogte (2.40 M). Spr. zegt voorts, het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 152