158
25 APRIL 1940.
opneming en sluiting der boeken van den gewezen Ge
meente-Ontvanger op 8 April j. 1.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
37. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
het toekennen van een gratificatie aan den Hoofdinspecteur
van Politie J. P. C. Mansvelt, in verband met de
waarneming van het Commissariaat van Politie (Bijlagen
1940, no. 72).
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig
besloten.
38. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om
van de N. V. Ned. Pettenfabriek voorheen J. P. Mol
alhier, aan te koopen het pand Groote Markt no. 42 c.a.
en aan voornoemde N. V. in erfpacht uit te geven een
perceel bouwterrein aan de Speelhuislaan (Bijlagen 1940,
no. 73).
De heer MEIJVIS merkt op, dat in de voorwaarden
staat, dat bij den bouw van de nieuwe fabriek der firma
Mol Bredasche arbeiders moeten worden tewerkgesteld.
Spr. vindt dit wat vaag; men had z. i. beter een zeker
percentage Bredasche arbeiders kunnen voorschrijven.
De VOORZITTER antwoordt, dat die kwestie met den
heer Mol is besproken. Deze wil echter alleen dan onder
die voorwaarde bouwen, als zij soepel wordt toegepast.
Spr. verzoekt daarom den heer M e ij v i s de toepassing
dier voorwaarde aan Burgemeester en Wethouders over
te laten.