25 APRIL 1940.
165
oefeningen gehouden. Ook met den gasdienst gaat het wel.
Er zijn daarbij een aantal vakken, die weer in wijken
verdeeld zijn. Deze hebben te zorgen voor eerste hulp bij
ongelukken. Dit moet den menschen door de vakhoofden
worden bijgebracht. Nu zijn er sommige vakhoofden, die
niet erg actief zijn. Spr. vraagt den heer Van Houten,
waarbij deze is ingedeeld.
De heer VAN HOUTENBij den patrouille-dienst.
De VOORZITTER zegt, dat daarvoor geen speciale
opleiding noodig is. Het oefenen in patrouille-loopen is
moeilijk, omdat daarbij alles op veronderstellingen berust.
Dit neemt echter niet weg, dat ook daarvoor geoefend
moet worden. Spr. geeft toe, dat de activiteit van 9e"
deelte nog te wenschen overlaat. Er zal daaraan aandacht
worden gewijd. Ten slotte zegt Spr., dat men de menschen
wel tot deelnemen aan de Luchtbescherming kan verplichten,
doch dat hij het beter vindt daartoe eerst in het uiterste
geval over te gaan en het zoo lang mogelijk met vrij
willigers te doen.
2. De heer VAN GASTEL zegt, dat hij in verband
met zijn indeeling bij den dienst voor spreiding der Bredasche
bevolking gisteren (Woensdag) een uitnoodiging heeft ge
kregen om aan de oefening op Zaterdagmiddag a. s. deel
te nemen. De tijd van Woensdag tot Zaterdag is echter
zeer kort. Men behoort in zulk een geval minstens 8 dagen
te voren te worden uitgenoodigdSpr. verzoekt den Voor
zitter, den Stadscommissaris coi de spreiding der Bredasche
bevolking daarop te wijzen.
De VOORZITTER antwoordt, dat die uitnoodigingen
voortaan vroeger zullen worden verzonden. Dat het ditmaal
wat laat is geschied, vindt zijn oorzaak in het feit, dat het
aanvankelijk niet in de bedoeling lag, den spreidingsdienst
aan de oefening te doen deelnemen.