25 APRIL 1940. 167 De VOORZITTER zegt, dat het pad langs de Mark bij de nieuwe Nutsschool zal worden afgesloten. De heer KAMPHUIS: En langs de Michiel de Ruijter- straat De VOORZITTER zegt, dat men niet alles kan afsluiten. Nagegaan zal worden, of op eenvoudige wijze in een afrastering kan worden voorzien. 5. De heer MABELIS heeft vernomen, dat er van de tunnel aan de Markkade weinig gebruik wordt gemaakt. Spr. vermoedt, dat dit te wijten is aan den steilen ingang en aan de uiterst gladde goot voor de fietsen. Spr. vraagt, of de glooiing niet wat minder steil kan worden gemaakt. Bij het maken van de andere tunnel kan met de opgedane ervaring misschien nog rekening worden gehouden. De VOORZITTER antwoordt, dat de helling van de tunnel indertijd goed onder oogen is gezien; zij is voor voetgangers niet van belang. De goot voor de fietsen is inderdaad zeer glad; zij zal minder glad worden gemaakt. Wat het minder drukke gebruik van de tunnel betreft, moet men niet uit het oog verliezen, dat vele menschen liever bij den overweg staan te kijken dan gebruik te maken van de tunnel. De heer KOOIJMAN zegt te gelooven, dat het wachten vóór den overweg een andere oorzaak heeft. De afsluit- boomen van den overweg aan de Markkade zijn, doordat zij met de hand bediend worden, korteren tijd achtereen dicht dan die aan den overweg-Belcrumweg, welke electrisch gesloten en geopend worden. De meeste menschen vinden het daarom niet de moeite waard om door de tunnel te gaan. Spr. heeft bij de behandeling van de gemeente- begrooting voor 1940 gevraagd om ook bij den spoorweg-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 167