25 APRIL 1940. 169 7. De heer LEEMAN zegt, dat, naar verluidt, het verdrinkingsgeval bij de fulianabrug op 18 April j. 1. niet zou zijn voorgekomen, als daar een reddingshaak aanwezig was geweest. De Raad heeft reeds eerder op de aanschaffing van reddingsmateriaal aangedrongen. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wet houders in deze niets te verwijten valt. Zij moesten den Raad eerst het benoodigde crediet vragen. Nadat dit was toegestaan en de goedkeuring van Gedeputeerde Staten op het raadsbesluit was verkregen, hebben Burgemeester en Wethouders terstond opdracht tot aanschaffing gegeven. 8. De heer MEIJS verzoekt, het voetpad vóór de nieuwe Seeligkazerne aan de Fellenoordstraat te doen bestraten, daar het bij nat weer vrijwel onbegaanbaar is. De VOORZITTER zal den dienst van Openbare Werken een opgaaf van kosten vragen. 9. De heer MEIJVIS verzoekt Burgemeester en Wet houders, in de eerstvolgende vergaderingeen woningstatistiek over het laatste halfjaar over te leggen. De Raad krijgt dan eens een inzicht omtrent den stand van de woning markt. Er zijn den laatsten tijd woningen afgekeurd, terwijl andere b. v. aan den Slingerweg aan haar bestemming zijn onttrokken. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wet houders zulk een overzicht zullen laten maken. Daar het echter een omvangrijk werk is, zal het wel langer duren dan de volgende vergadering eer het gereed is. Alsnu sluit de De Secretéris TER de vergadering. De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 169