27 JUNI 1940.
197
37. De VOORZITTER zegt, dat, nu de Burgemeester
niet in de gelegenheid is de vergadering te presideeren,
het Spr. gewenscht voorkomt, dit punt der agenda aan te
houden, aangezien de Burgemeester met de plaats gehad
hebbende evacuatie en alles wat daarmede verband hield
zóó veel uitstaande heeft gehad, dat hij het op prijs zal
stellen zelf inlichtingen daarover te verstrekken.
Spr. stelt daarom voor, thans het zwijgen hiertoe te doen
en de behandeling van deze aangelegenheid tot de volgende
vergadering aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
38. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
het verleenen van extra-hulp aan werkloozen voor het jaar
1940 (Bijlagen 1940, no. 101).
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
39. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
het verleenen van een crediet voor het in werkverruiming
doen omleggen van de Zaanmark (Bijlagen 1940, no. 102).
Zonder eenige bedenking wordt overeenkomstig
dit voorstel besloten.
40. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
het verleenen van een crediet voor aanleg van schuilloop-
graven en inrichting van schuilkelders in werkverruiming.
(Bijlagen 1940, no. 103).
De heer MABELIS zegt, dat dit voorstel eerst laat ter
visie is gelegd hij heeft daardoor de bijbehoorende kaart
slechts vluchtig gezien Spr. heeft evenwel den indruk ge
kregen, dat er veel te weinig schuilgelegenheden in de
Gemeente zijnvanaf het Van Coothplein in Zuidelijke