202 27 JUNI 1940. komen te staan, dat de Gasfabriek geen winst meer oplevert, dan is men geneigd te zeggen: Laat men dan maar niette gauw een nieuwe fabriek bouwen Men is immers al jaren lang bezig de gasafname te stimuleeren, dus zou men door het oprichten van een nieuwe fabriek zijn eigen graf graven. Het lijkt Spr. daarom beter, dit beter niet als argument te gebruiken. Men kan de overwinst beter voor versnelde afschrijving van de oude fabriek gebruiken. Wethouder STRUIKEN zegt, dat hij door bijzondere omstandigheden eerst nu dit stuk in dezen vorm onder oogen krijgt. Hij heeft daarom den tekst niet kunnen herzien. De reserveering van de overwinst geschiedt alleen om een behoorlijke reserve te hebben voor het uitvoeren van meerdere werken, welke in de naaste toekomst nog zullen moeten worden uitgevoerd, zoo zal b. v. nog een gashouder moeten worden gebouwd. De argumentatie kan derhalve beter zóó geredigeerd worden. De VOORZITTER meent uit hetgeen de heer Van der Werf heeft gezegd, te mogen afleiden, dat deze het met de voorgestelde reserveering eens is, doch niet met de argumentatie. Spr. stelt daarom den Raad voor, te besluiten de overwinst van het Gasbedrijf over 1939 te reserveeren, doch de argumentatie daarvan aan Burgemeester en Wet houders over te laten. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten Rondvraag. 1. De heer VAN HOUTEN zegt, dat er tusschen de bouwarbeidersorganisatie en den aannemer van den onder bouw van den nieuwen gashouder een conflict is gerezen. Het betreft hier namelijk utiliteitsbouw en geen wegenbouw.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 202