204 27 JUNI 1940. zeker het oog op het puin ruimen, zegt Spr.. hetgeen in werkverschaffing geschiedt. De heer VAN HOUTEN Neen, ik bedoel eenige timmerlieden. Den VOORZITTER is het niet bekend, dat timmer lieden, die vakwerk als timmerman verrichten, werkver- schaffingsloon krijgen. Het zou mogelijk zijn, dat bedoelde timmerlieden werken voor het Duitsche bezettingsleger. In dat geval kan de Gemeente er niets aan doen. Spr. zal de zaak eens doen nagaan. 2. De heer MEIJVIS wil onder de huidige omstandig heden meer grond voor volkstuintjes beschikbaar zien ge steld, niet alleen voor werkloozen, doch ook voor werkenden, ten einde zooveel mogelijk gelegenheid te scheppen voor groenten-verbouw. Spr. acht dit vooral met het oog op een eventueelen langen duur van den oorlog noodig. De VOORZITTER antwoordt, dat er hier enkele ver- eenigingen zijn, die zich bezighouden met volkstuintjes. Laten die vereenigingen eens met een plan bij Burgemeester en Wethouders komen en niet andersom. Dit lijkt Spr. den juisten weg. De heer SPOELDER wil niet uit de raadzaal gaan, alvorens den heer Brantjes van harte te feliciteeren met zijn herstel van een zware ziekte. Spr. wenscht den heer Brantjes toe, dat hij nog vele jaren zijn gezondheid zal mogen behouden. De Raad betuigt hiermede zijn instemming. De VOORZITTER wil thans nog een paar mededeelingen doen. Naar aanleiding van de klacht over de gladheid van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 204