27 JUNI 1940.
205
J
rijwielgoten van de voetgangerstunnels is de Directie der
Nederlandsche Spoorwegen gevraagd om daarin wijziging
te brengen. Daarop is geantwoord, dat wijziging van die
goten thans niet meer mogelijk is, aangezien de helling
wordt bepaald door die van de trappen. Voorts wordt op
gemerkt, dat het altijd een zekere handigheid vereischt om
van rijwielgoten gebruik te maken en dat de constructie
is als bij meerdere tunnels gebruikelijk Klachten daarover
werden door de Directie der Nederlandsche Spoorwegen
niet ontvangen; de gladheid der goten speelt h. i. geen rol_
Vervolgens is in de raadsvergadering van 6 Maart j.l.
verzocht om het trottoir op den hoek van de Veemarkt
en de Boschstraat wat af te ronden. Uit een ingesteld
onderzoek is gebleken, dat de toestand er niet veel beter
door wordt zoolang het hoekpunt Boschstraat—Vlaszak
niet verdwijnt.
De heer VAN OOSTERHOUT is het daarmede niet
eens. Men rijdt nu juist tegen dat hoekpand aan. Door
afronding van het trottoir met 1 a 1 1/2 M. krijgen de
auto's daar meer ruimte.
De VOORZITTER zegt, dat men beter kan wachten
tot die aangelegenheid afdoende kan worden geregeld; een
versmalling van het trottoir met 1 a 1 l/a M. is slechts half
werk. Laat men het nu voorloopig maar zoo laten.