216
30 JULI 1940.
4. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter kennisneming aanbiedende een rapport van het Centraal
Bureau voor Verificatie en Financieele adviezen der Ver-
eeniging van Nederlandsche Gemeenten, betreffende opne
ming van kas en boeken der gemeente-lichtbedrijven enz.
in het 2e kwartaal 1940.
De VOORZITTER stelt voor, deze stukken voor
kennisgeving aan te nemen.
Daartoe wordt besloten.
5. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij
ter kennisneming aanbiedende een proces-verbaal van op
neming van kas en boeken van den gemeente-ontvanger
op 26 Juni j.l. (Bijlagen 1940, no. 109).
De heer LAUREIJ wil naar aanleiding van dit schrijven
enkele vragen stellen en eenige opmerkingen maken. Spr.
stelt daarbij voorop, dat het niet zijn bedoeling is, iemand
onaangenaam te zijn. Hij wil in de eerste plaats vragen
hoe is het kastekort ontdekt? Op 12 Mei j.l. is een bedrag
van f 1260.door den Directeur van den Dienst voor
Maatschappelijk Hulpbetoon bij den Gemeente-Ontvanger
teruggestort. Dit bedrag is dus vóór 12 Mei aan den
Directeur verstrekt. Bij de kasopneming op 30 Mei bleek
hieromtrent niets. De vraag doet zich derhalve voor
Heeft de afdeeling Comptabiliteit dat bedrag dan niet in
uitgaaf geboekt? Zoo ja, dan had het verschil toch bij die
controle geconstateerd moeten worden er was dan alleen
een verschil in bescheiden geweest.
In de tweede plaats zou Spr. willen vragen, waarom de
kwitanties, ter zake van aan de brandweer bij voorschot
verstrekte gelden, niet tijdig door de betrokken Secretarie-
afdeeling aan de afdeeling Comptabiliteit zijn teruggegeven.
Voorts heeft Spr. nog iets anders vernomen, namelijk
dat een ambtenaar van den dienst voor Maatschappelijk