218
30 JULI 1940.
De VOORZITTER zegt, dat daarbij nog kwam, dat
de Rijkspostspaarbank een bedrag van f 102.000.— bij den
Gemeente-Ontvanger deponeerde. De bedragen kwamen
dus van verschillende kanten toestroomen, terwijl de tijd
ontbrak ze na te tellen. Het was dien morgen een heksen
ketel. Aanvankelijk bestond het voornemen om Zondag
en Maandag door te werken, doch door de onverwachte
evacuatie kon daarvan niets komen, 's Zaterdags waren
de werkzaamheden op het Ontvangstkantoor telkens onder
broken geworden doordat men herhaaldelijk zijn toevlucht
moest zoeken in den schuilkelder.
Wethouder VAN MIERLO voegt hieraan nog toe, dat
op zulke momenten alles in de steek moest worden gelaten
en open en bloot bleef liggen. Mogelijk zijn bij die ge
legenheid kasstukken weggeraakt.
Het schrijven van Burgemeester en Wethouders
wordt daarop voor kennisgeving aangenomen.
6. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, houdende
mededeeling omtrent het plaatsen van de prikkeldraad
omheining van het N. A. C.-terrein in Boeimeer (Bijlagen
1940, no. 111).
De heer VAN OOSTERHOUT verklaart, met het
antwoord van Burgemeester en Wethouders op zijn verzoek
niet zeer tevreden te zijn. Spr. is bevreesd, dat het gevaar
voor beschadiging van kleeren nog blijft bestaan. Ook
meent hij, dat het plaatsen van de prikkeldraadomheining
in de rooilijn in strijd is met het bepaalde in artikel 18,
sub 6, der Bouwverordening, althans nietis overeenkomstig
den geest dier verordening. Daar de Beatrixstraat toch al
vrij smal is, zou het aanzien dier straat ten zeerste ver
beterd worden, indien de omheining een paar meter werd
teruggezet. Er zou dan een gazon langs de afrastering kunnen
worden aangebracht, waardoor de straat breeder zou lijken.