30 JULI 1940. 219
De VOORZITTER zal doen nagaan, of de afrastering
een halven meter kan worden teruggezet. Zijns inziens zal
daartegen wel geen overwegend bezwaar bestaan.
Het schrijven van Burgemeester en Wethouders
wordt daarop voor kennisgeving aangenomen.
7. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, houdende
mededeeling omtrent de Rijksbijdrage, welke zal worden
verleend met betrekking tot de steunverleening B 1940
(Bijlagen 1940, no. 119).
De VOORZITTER stelt voor, dit schrijven voor
kennisgeving aan te nemen.
Daartoe wordt besloten.
8. Benoeming van een lid van het College van Regenten
van het Oude-Mannenhuis (Bijlagen 1940, no. 107) waartoe
worden aanbevolen:
1. J. M. Ingen-Housz. aftredend lid;
2. J J. A. Hou ben.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden ingeleverd 23 stembiljetten, waaruit blijkt,
dat zijn uitgebracht 21 stemmen op den heer Ingen-Housz
en 1 stem op den heer H o u b e n, terwijl 1 stembiljet
ongeldig wordt verklaard.
Zoodat de heer J. M. Ingen-Housz
opnieuw is benoemd tot lid van het College van
Regenten van het Oude-Mannenhuis.
«I
9. Voorstel van het College van Curatoren van het
Gymnasium, tot herbenoeming van J. S. de Groot en