222 30 JULI 1940. in dalende lijn. Bedroeg het winstcijfer in 1932 en 1933 resp. f 42.000.— en f 31.000.in 1937 en 1938, was het resp. f20.000.— en f21.000Wanneer nu inwilliging van het verzoek het bedrijf f 17.000.meer gaat kosten, dan zou het weieens zeer riskant kunnen worden, of het bedrijf op den duur zich zelf kan bedruipen. In het Slachthuisbedrijf is door de Gemeente voor een bedrag van een half millioen geïnvesteerd. Men mag zich dus nog weieens tweemaal bedenken alvorens de winst dermate terug te brengen. De zaak zou anders staan, als de Directeur, die naar Spr meent nogal voor het centraal slachten is geporteerd, kan berekenen, dat de bezuinigingen, welke daaruit voor het bedrijf voortvloeien, gelijk zouden zijn aan een bedrag van f 17.000. zoodat de winst hetzelfde zou blijven. Wanneer evenwel inwilliging van het verzoek inderdaad niet anders dan tot een nadeel van f 17.000. zou leiden, dan vindt Spr. het niet verantwoord, daartoe over te gaan. Een winst van 3 a 4 duizend gulden kan immers elk jaar omslaan in een verlies. Wethouder STRUIKEN zegt, dat de slagers zouden moeten beginnen coöperatief te slachten; dit zou voor de meeste van hen voordeeliger zijn en besparing van kosten geven; het slachten geschiedt nu op omslachtige wijze. Een bezwaar tegen centraal slachten onder leiding van de slachthuisdirectie is, dat dan het keuren en het slachten in één hand komen, terwijl het beter is, dat een en ander gescheiden blijft. Het maken van overmatige winst door het Slachthuis- bedrijf is inderdaad niet goed, daar dit bedrijf in de eerste plaats op hygiënische belangen is gegrondvest. De hooge winstbedragen van vroegere jaren werden veroorzaakt door abnormale omstandigheden; de winstcijfers der laatste jaren zijn de heer M a b e 1 i s heeft reeds daarop gewezen beduidend lager. Tengevolge van de mobilisatie, het af slachten van vee enz. was een tijdelijk abnormale stijging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 222