236
30 JULI 1940.
35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om
de tijdelijke aanstelling van een viertal leeraren aan de
Handelsavondschool wederom met een jaar te verlengen
(Bijlagen 1940, no. 132).
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
36. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
het verleenen van eervol ontslag aan G. J. C. van Aalst
als leeraar aan de Avondschool voor Ambachtslieden
(Bijlagen 1940, no. 133).
De heer MEIJS maakt uit dit voorstel op, dat door den
heer Van Aalst geen ontslag is gevraagd. Spr. verzoekt,
den heer Van Aalst alsnog in de gelegenheid te stellen
eervol ontslag te vragen.
Wethouder VAN MIERLO deelt mede, dat de lesuren
van den heer Van Aalst verleden jaar zijn gesteld op
1 uur per week. De heer Van Aalst heeft daarop
bericht, dat hem de gelegenheid om gedurende dien tijd
les te geven ontbrak. Als men als leeraar geen anderhalf
uur per week les kan geven, ligt het voor de hand, dat
men eervol ontslag krijgt. Bovendien is de heer Van
Aalst directeur van de Avondschool voor ambachtslieden
te Ginneken: ook uit dit oogpunt is het minder gewenscht,
hem hier als leeraar te handhaven.
De heer MEIJS zou het toch op prijs stellen, indien de
behandeling van dit voorstel werd aangehouden, ten einde
de heer Van Aalst zelf in de gelegenheid te stellen
eervol ontslag te vragen.
Wethouder VAN MIERLO zegt, dat het toch niet
aangaat een ambtenaar; te handhaven, die geen anderhalf
uur per week beschikbaar heeft om les te geven.