240 30 JULI 1940. werden zij reeds den volgenden morgen naar Bouvigne overgebracht. Den llden Mei, des namiddags om 12.30 uur, werd uit Etten gemeld, dat 20.000 Franschen in opmarsch waren om achter de Mark stelling te nemen. Dit bericht was zeer alarmeerend; immers daardoor kwam Breda in de vuurlinie te liggen en natuurlijk ook in de directe bombardementszone. De stelling achter de Mark wordt beschouwd als eene stelling, geschikt om Zeeland open te houden. Deze stelling sluit in het Noorden aan bij het lage terrein, zuid van het Hollandsch Diep, en kan over Breda, aanvankelijk langs de Mark, verder Oost van Zundert langs, aansluiting krijgen bij het front van de stelling van Antwerpen. Dit Fransche plan berustte op de overweging, dat de lijn Tilburg den Bosch niet meer kon worden bereikt. Een evacuatie zou thans noodig kunnen blijken, maar zeer moeilijk zijn. Zelfs een tijdelijke spreiding zou bezwaren met zich brengen. Alleen in westelijke richting zou iets te bereiken zijn. Om 15 uur had een bespreking plaats met den Stads- commissaris voor de ontruiming, den Directeur van den Geneeskundigen Dienst en Wethouder Struiken over een eventueele evacuatie. De verdere afvoer van zieken en ouden van dagen werd onder oogen gezien. Besloten werd te trachten ernstige zieken den volgenden dag naar Seppe, de ouden van dagen naar Oud-Gastel te zenden- De Burgemeester van die gemeenten werden met dit plan op de hoogte gesteld Het vervoer zou met auto's, zoo mogelijk met bussen van de B. B. A. plaats hebben. Indien eventueel de geheele bevolking weg moest, zou niettegen staande de daaraan verbonden moeilijkheden getracht worden in Westelijke richting te gaan. In den loop van den namiddag kwam van Oud-Gastel bericht binnen, dat men niet wist hoeveel ouden van dagen daar konden worden gehuisvestmen zou nog nader be richten. De gemeente Hoeven, waar reeds vluchtelingen uit Klundert waren ondergebracht, meende binnen enkele

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 240