30 JULI 1940. 243 zou een vrachtwagen meegaan voor eventueele zwakken en kinderen; bovendien per colonne een dokter, eenige verpleegsters, 1 a 2 politie-agenten en zoo mogelijk gees telijken. Gemarcheerd zou worden langs twee wegen: Zundert— Antwerpen en Hoogstraeten Antwerpen. In iedere richting zou iemand per auto vooruitgaan om de aankomst van de geëvacueerden in de plaatsen langs de route te regelen (een wethouder en de gemeente-secretaris), en een persoon per auto volgen (Stadscommissaris voor de ontruiming en het Hoofd van den Economischen Dienst van de Burger wacht) om den volgenden dag den afmarsch te regelen. Na den afmarsch uit Breda zou de Burgemeester zich Dinsdagmorgen met eenige personen (Wethouder Struiken, den wnd. ontvanger met het geld van de Gemeente, twee andere ambtenaren en een bode) naar Antwerpen begeven om voorbereidingen te treffen voor onderbrenging en ver pleging der geëvacueerden. Van verschillende diensten zou eenig personeel tot Dinsdagmorgen in Breda blijven (Lichtbedrijven en Waterleiding, Slachthuis, Geneeskundige Dienst, Reiniging, Luchtbeschermingsdienst, Brandweer (1 groote spuit) en politie). Met de gezinnen mee zouden dit ruim 200 personen zijn, die met vrachtauto's zouden volgen om zich bij de colonnes aan te sluiten, waarna hun auto's bij die colonnes zouden worden ingedeeld. De afmarsch van de bevolking zou Maandagmorgen 3 uur aanvangen. Met het oog op het gevaar van luchtbombar dementen zouden de verschillende wijken hun tijd van samenkomst aangegeven krijgen, om dan na verzameling weg te gaan. Met Ginneken, Princenhage en Teteringen werd contact opgenomen. Mededeelingen werden gedaan over den toestand en het besluit tot evacuatie. Ginneken werd gevraagd, indien men wilde evacueeren, dit te doen na Breda. Princenhage werd geadviseerd te blijven, desnoods de be volking in de Kerkdorpen in de omgeving onder te brengen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 243