250
30 JULI 1940.
De Burgemeester en de leiders van de evacuatie, die in
Antwerpen waren, maakten zich zeer ongerust over de
afdeeling Zundert. De mogelijkheid bestond, dat deze
tusschen de strijdende afdeelingen was geraakt. Later bleek,
dat door de afdeeling Zundert-Achtmaal, die aanvankelijk
op verdere orders voor het voortzetten van den marsch
had gewacht, was waargenomen, dat Duitsche troepen reeds
tot daar waren doorgedrongen. Men vermoedde, dat Breda
reeds in handen der Duitschers zou zijn. Dokter t ruycken
heeft zich daarop naar de stad begeven. Toen hij niet
terugkeerde zijn de Stadscommissaris voor de Ontruiming,
de Heer Meeüs en Mr. Van der Schrieck naar
Breda gegaan. Zij hebben met veel moeite en gevaar contact
met de Duitsche troepen gekregen. Den volgenden dag
mochten de mannen teruggaan, zoodat ongeveer de helft
van de bevolking en vele uitgewekenen uit naburige ge
meenten naar hun huizen terugkeerden. Gedurende de
evacuatie zijn van de colonne Zundert 13 menschen gedood
en een aantal gewond.
De ongerustheid in Antwerpen ten aanzien van degenen,
die naar Zundert en omgeving waren getrokken, bleef nog
langen tijd bestaan. Verschillende pogingen, gedurende de
volgende dagen gedaan, om met auto of motorrijwiel contact
te krijgen, mislukten. De Belgen en Franschen lieten niemand
meer door.
Hoogstwaarschijnlijk stonden er onvoldoende krachten
tusschen den Zuidvleugel aan de Mark en den Noordvleugel
der Belgen. Alles wijst er achteraf op, dat de Franschen
erop rekenden deelen van het Nederlandsche leger tot hun
beschikking te krijgen. De Duitschers hebben vermoedelijk
het zwakke gedeelte van dit front ontdekt, waardoor zij
gelegenheid kregen hun tegenstanders zonder ernstig gevecht
terug te werpen. De zeer snelle opmarsch der Duitsche
troepen belette den Franschen de Peellinie te bereiken, gaf
hun zelfs geen gelegenheid in een lijn in midden-Brabant
stand te houden, dwong hen de Markstelling overhaast te