254 30 JULI 1940. gemaakt, dat ieder van Vrijdag, 17 Mei, 8 uur voormiddag af, twee dagen binnen moest blijven; aangeraden werd, levensmiddelen in te slaan. Terstond werden maatregelen getroffen voor voedselverstrekking aan de scholen. In deze scholen waren nog slechts 6000 Bredanaars. Er verbleven er echter waarschijnlijk vrij veel bij particulieren. Verder waren er naar schatting 2500 in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen. De overigen bevonden zich dus in de strook Antwerpen, W.Z. Vlaanderen, Brugge, Gent. Echter was een vrij groot aantal vermoedelijk op eigen gelegenheid meer naar het Z. W. doorgegaan. Van de colonne-Zundert was alleen een aantal wielrijders over Hoogstraeten binnengekomen. Gevreesd werd toen nog, dat decolonne-Zundert afgesneden was en verbleef in de bosschen en dorpen tusschen Breda en Antwerpen. In den nacht van Zaterdag 18 Mei en Zondag 19 Mei kwam Antwerpen in het bezit van de Duitschers. Zondag 19 Mei werd naar den Duitschen Commandant gegaan om toestemming te verkrijgen naar Breda terug te keeren. Deze had aanvankelijk bezwaren in verband met het oprukken van de Duitsche troepen uit N. O. richting. Uiteindelijk werd echter toestemming verkregen om in groepen van 100 a 150 man reeds terstond af te marcheeren. De Burgemeesterkeerde daarop naar Breda terug. Terstond werden maatregelen getroffen voor het ophalen van vluch telingen uit Antwerpen. Ingeschakeld werd een ophaaldienst Breda Antwerpen onder leiding van den directeur der „Monopol", met bussen „Monopol", B.B.A., vrachtauto's A. T. O. en later nog van Van Gend Loos. Deze dienst heeft eerst vervoerd de menschen, die in Antwerpen waren. Naarmate Zeeuwsch-Vlaanderen en het N. en O. en W. Vlaanderen in handen der Duitschers kwamen, zijn ook de daarheen geëvacueerden naar Antwerpen gekomen en vandaar naar Breda vervoerd geworden. Eerst kwam de groep O. Z.-Vlaanderen, die onder het Hoofd van den Econo-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 254