256
30 JULI 1940.
Bij het terugkomen van de menschen uit Brugge en Gent
bleek, dat er meer personen verder waren doorgegaan dan
men aanvankelijk dacht. Dit kwam omdat in Gent iemand
van het Stadsbestuur den menschen had aangeraden naar
Frankrijk uit te wijken, waaraan een beperkt aantal gevolg
had gegeven en omdat te Brugge was geadviseerd menschen
door te sturen naar Ostende, Blankenberghe, andere plaatsen
in die omgeving en zelfs naar Kortrijk en Rijssel. Degenen,
die tengevolge hiervan naar de Fransche grens waren
gegaan, mochten deze niet over en keerden veelal in N.
richting terug. Verschillenden van hen, en ook personen,
die op eigen gelegenheid waren doorgegaan, zijn terecht
gekomen in het gebied, waarin Fransche, Belgische en
Engelsche troepen zijn opgesloten geweest. Geleidelijk
keeren ook deze terug. Zij hebben over het algemeen veel
doorstaan. Voorzoover bekend zijn er onder hen geen ernstige
verliezen geleden. Ook in het rayon ten Westen van
Antwerpen, dat eveneens strijdtooneel is geweest, waren
de verliezen onder de Bredasche burgers niet groot, behalve
te St. Nicolaas, waar een bom in een school ontplofte,
51 menschen doodde en ruim 20 verwondde.
1 Juni zijn Wethouder Struiken, de Gemeente-Secre
taris en het bij hen ingedeelde personeel uit België terug
gekomen. De verdere terugzending van de Bredasche
geëvacueerden kwam toen in handen van Kapitein Schellen
van den Etappen- en Verkeersdienst aan wien eenig per
soneel bleef toegevoegd. Men zou de deelen van België,
waar men nog geëvacueerden geherbergd dacht, bezoeken,
ten einde dezen hulp te verleenen om naar Breda terug te
keeren. Bovendien werd een radiobericht door Hilversum
en Brussel verspreid om opgave te verkrijgen van nog
afwezige geëvacueerden om hen aan te sporen terug te gaan
en om inlichtingen in te winnen betreffende zieken en
gewonden, die door Roode Kruis auto's moesten worden
opgehaald.