30 JULI 1940. 257 Spr. wil aan dit overzicht nog toevoegen, dat vele Bredasche vluchtelingen naar Frankrijk zijn doorgegaan vóórdat de „zak", waarover hij zooeven sprak, gesloten was. Met de vele Fransche vluchtelingen zijn zij later doorgetrokken naar het Zuiden. Er is nu een Nederlandsch Comité gevormd, dat onder leiding van Duitsche officieren naar Frankrijk is vertrokken om de Nederlandsche vluchte lingen op te halen. Het is natuurlijk niet mogelijk om daaruit juist de Bredasche vluchtelingen te zoeken het is een comité voor Nederlandsche vluchtelingen. De grootste moeilijkheid is om de vluchtelingen uit het niet bezette Fransche gebied te krijgen. Er zijn op het oogenblik nog 400 Bredanaars weg. Deze week nog wordt weder een auto-colonne uit Frankrijk verwacht. Laten wij hopen', zegt Spr., dat weldra allen weder in ons midden terugkomen. Vervolgens zegt Spr.: Uit mijn overzicht en uit Uwe eigen ervaring zult U weten, dat, al liep de ontruiming niet, zooals wij ons dit hadden voorgesteld en al overviel zij ons geheel en al, het beginsel, hetwelk aan de voorbereiding van de tijdelijke spreiding ten grondslag lag dat van onderlinge hulp bij de uitvoering der evacuatie herhaaldelijk naar voren is getreden. Door velen is in het belang van het algemeen mooi werk gedaan. De vele arbeid, dien de Stadscommissaris met de wijk en groepleiders, het Hoofd van den Economischen Dienst met zijn mannen, de verschillende Directeuren en Hoofden van gemeentelijke instellingen met hun personeel ter voor bereiding van een tijdelijke spreiding hebben verricht, is in algemeen verband niet tot zijn recht gekomen, doch verschillende dier voorbereidingsmaatregelen konden toch nog worden uitgevoerd en hebben goede resultaten op geleverd. In de oorlogsdagen, die aan de evacuatie voorafgingen, zijn Ban I en II van de Burgerwacht voor bewakings-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 257