30 JULI 1940.
259
verband waren geraakt, onder zich genomen en voor hen
gezorgd op weg en in de legeringsplaatsen.
Ongetwijfeld zijn door enkelen onhandigheden begaan, is
de leiding niet steeds doelmatig geweest, maar over het
algemeen is veel onderlinge hulp geboden geworden en dat
onder zware omstandigheden.
Het is onmogelijk hier namen te noemen. De verdiensten
van de afzonderlijke personen zijn moeilijk vast te stellen,
zelfs al waren deze verdiensten nauwkeurig bekend. Ieder,
die hulp in den een of anderen vorm heeft geboden, zal in
zichzelf daarvoor voldoening vinden. Wij moeten volstaan
met een woord van dank voor de offervaardigheid, die
velen bleken te bezitten.
In bijna alle gemeenten, zoowel in Nederland als in
België, waar geëvacueerden uit Breda hebben vertoefd, is
door de gemeentebesturen en door debewoners veel gedaan
voor onze stadgenooten. Namens de inwoners van Breda'
wordt voor deze menschlievendheid onze dank uitdrukkelijk
betuigd.
Toen het den leiders van de geëvacueerden, die van 12
op 13 Mei te Zundert en Achtmaal waren gebleven, bleek,
dat de militaire toestand zich zoodanig had ontwikkeld, dat
te Breda geen strijd van langen duur zou plaats grijpen,
hebben zij besloten niet verder te trekken. Eerst is Dr.
Struijcken Sr. en daarna zijn de heeren Meeüs en
Mr. v. d. Schrieck naar de stad teruggekeerd om den
toestand op te nemen. Zij hebben niet geschroomd zich
daarbij aan direct gevaar bloot te stellen. Door hunne actie
is contact verkregen met de Duitsche troepen, die Breda
waren binnengerukt en is het mogelijk geworden zeer vele
geëvacueerden spoedig naar hunne woonsteden te doen
terugkeeren.
Ik wil hierbij deze drie stadgenooten, die bovendien na
den terugkeer voorloopig een werkdadig aandeel in het
stadsbestuur op zich hebben genomen, ongetwijfeld mede
namens U allen, bijzondere hulde en dank brengen.