30 JULI 194Ó. 260 De vele blijken van offervaardigheid, waarop ik heb gewezen, mogen voor ons allen voorbeelden zijn ter na volging, telkens wanneer onze stad onder moeilijke om standigheden, van welken aard ook, komt te verkeeren. De heer SPOELDER dankt den Voorzitter namens den Raad. voor diens uitvoerig overzicht van de evacuatie. Wie dit overzicht aandachtig heeft gevolgd, zegt Spr., zal zijn getroffen door de lawine van werkzaamheden, welke ten spoedigste moesten worden uitgevoerd, en de velerlei zorgen, welke het Gemeentebestuur onverhoeds op de schouders werden gelegd. Het plan, dat voor een tijdelijke spreiding der bevolking was gemaakt, lijkt acceptabel, maar kon door den snellen loop der gebeurtenissen niet worden uitgevoerd. Anders zou misschien eenige critiek daarop op zijn plaats zijn geweest. Nu moesten hals over kop maatregelen voor een evacuatie der bevolking worden genomen. Voor hetgeen op dit gebied nog in aller ijl is gedaan, heeft Spr. alle respect. De Raad voelt zich verplicht Burgemeester en Wethouders daarvoor hartelijk dank te zeggen en daarnaast een hartig woord van waarheid te spreken. De Raad is op de eerste plaats den Burgemeester, de Wethouders en den Secretaris dankbaar voor al hetgeen zij in die woelige dagen voor de bevolking hebben gedaan. Ook aan de heeren Meeüs, Asselbergs, Van der S c h r i e c k, dr. Struijcken, Hoofden van Dienst en Bedrijven en anderen is men dank en erkentelijkheid ver schuldigd. Vervolgens wil Spr. zich kwijten van zijn tweede plicht, n.l. een hartig woord van waarheid te spreken. Er is een vloed van critiek los gekomen. Men heeft niet geschroomd den Burgemeester en zijn helpers voor de evacuatie en haar gevolgen aansprakelijk testellen. Deze critiek was volkomen ongepast. Doordat men niet op de hoogte was van de toedracht van de zaak, was men niet gerechtigd critiek te laten hoore.n. De Raad betreurt het in hooge mate, dat die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 260