11 16 JANUARI 1940. De heer MEIJVIS kan zich moeilijk begrijpen, dat de heer Leeman dit voorstel tot verbetering als een soort luxe beschouwt. Spr.'s fractie heeft reeds jaren geleden op deze verbetering aangedrongen, overtuigd als zij was van de noodzakelijkheid. Het gedeelte, waar de heer Leeman woont, n.l. nabij het Huis van Bewaring, gaat nog wel, maar het andere deel is wel zeer slecht. En waar er zoo dikwijls iets bijzonders te doen is op het Chasséterrein, dat zijn ingang aan de Kloosterlaan heeft, acht Spr. verbetering dringend noodig. De heer WINKELHAGE sluit zich geheel aan bij de woorden van den heer M e ij v i s. Slechts zou Spr. nog gaarne vernemen van Burgemeester en Wethouders, of het de bedoeling is, het rijwielpad als zoodanig aan te wijzen. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat dit inderdaad in de bedoeling ligt. Zonder verdere bedenking wordt hierop conform het voorstel besloten. 25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het verleenen van een aanvullend crediet voor bestratings- en rioleeringswerken in de Olm- en Plataanstraat (Bijlagen 1939, no. 256). Wordt conform besloten. 26. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vaststelling van de huren voor de gemeentewoningen aan de Olmstraat-Plataanstraat en in het Belcrumkwartier (Bijlagen 1939, no. 258). De heer VAN DER WERF verklaart, zich met het voorstel wel te kunnen vereenigen, doch een principieel bezwaar te hebben tegen een zinsnede uit het voorstel met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 27