294 25 SEPTEMBER 1940. 4e. Heeft het Hoofd van den Luchtbeschermingsdienst een auto van Vermeulen in beslag genomen, welke later beschadigd is teruggekomen. Vermeulen heeft daarvoor geen schadevergoeding gekregen. Spr. gelooft niet, dat inwilliging van het verzoek een gevaarlijk precedent zal scheppen, daar Verm eulen de eenige garagehouder is, die zijn bedrijf in een gebouw van de Gemeente uitoefent. Aangezien er in de naaste toekomst geen opleving in het garage bedrijf is te verwachten, beteekent het voorstel van Burgemeester en Wethouders, om Vermeulen een half jaar uitstel van betaling der huur te verleenen, geen ontlasting voor hem. Spr. geeft dan ook in overweging, het verzoek van Vermeulen in te willigen. Wethouder VAN MIERLO gelooft, dat het voorstel van den heer L a u r e ij is ingegeven door het goede hart. Tallooze garagehouders verkeeren in dezelfde omstandig heden als de heer Vermeulen. Zij hebben weliswaar een garage van een ander dan de Gemeente in huur, maar zij krijgen ook geen kwijtschelding van huur, omdat de zaken slecht gaan. Vermeulen krijgt vergoeding voor het gebruik van zijn garage, zoowel van de Nederlandsche als van de Duitsche overheid. Wat betreft de schade, ge leden door ontvreemding van goederen, deze kan, indien Vermeulen zich tot de schade-enquête-commissie wendt, vergoed worden. Er zijn menschen even rijk of arm, die er nog veel erger aan toe zijn dan Vermeulen. Spr, ziet niet in, dat de Gemeente anders tegenover een huurder zou moeten staan dan een particuliere huiseigenaar. Men weet thans nog niet, hoe het met de aanvrage om schade vergoeding zal afloopen Men kan Vermeulen daarom beter uitstel van betaling verleenen; men kan dan altijd later nog zien, of er termen aanwezig zijn om hem kwijt schelding van huur te geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 294