302
25 SEPTEMBER 1940.
fabriek, dateert van vóór den oorlog. Sindsdien is haar
bedrijf aanmerkelijk achteruit gegaan. Bovendien verblijft
een der firmanten nog in het buitenland. Onder deze om
standigheden wil de firma M o 1 haar pand niet aan de
Gemeente verkoopen. Men behoeft hiervan geen spijt te
hebben. Het pand in kwestie is ten opzichte van het Stad
huis niet zóó gunstig gelegen doordat zich .nog een pand
daartusschen bevindt. Het plan, hetwelk thans in bewerking
is voor uitbreiding van het Stadhuis, is beter. Daarbij ligt
het in het voornemen de archief-ruimte en het kantoor
van den Gemeente-Ontvanger bij de Secretarie te trekken
en het Stadserf verder te bebouwen. Het thans in behan
deling zijnde voorstel betreft een kleine voorziening, welke
in eerste instantie noodig is. Het bureau financiën moet
noodzakelijk gesplitst worden; daardoor komt de huidige
wachtkamer te vervallen. De ruimte vóór de wethouders
kamers zal nu tot wachtkamer worden ingericht. De kamer
van de afdeeling registratuur zal worden vergroot met de
tegenwoordige typistenkamer, terwijl de typisten dan zullen
verhuizen naar het lokaal van den boekbinder. Deze zal
worden ondergebracht in de ruimte onder de huidige
wachtkamer.
De heer MABELIS vraagt, of dit een noodverbouwing is.
De VOORZITTER; Ja, doch een noodverbouwing,
die tevens van blijvenden aard is.
De heer MABELIS merkt op, dat, door het in gebruik
nemen van de wachtkamer als kantoorruimte, de leeskamer
feitelijk van het Stadhuis wordt afgesloten. In verband
hiermede vraagt Spr of onder de tegenwoordige wacht
kamer geen verbindingsgang kan worden gemaakt van de
leeskamer naar de bodenkamer.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit nog weieens kan